Ruimte voor regionale en lokale politiek

Lokaal 13 organiseerde voor 6 februari 2015 een symposium waar werd gezocht naar “Ruimte voor lokaal beleid”. Een van de aangedragen voorbeelden is de plaatsing van windturbines. Deze column is mijn voorwoord van de forumdiscussie.

De opwarming van de aarde, global warming, neemt veel ruimte in op de redactiepagina’s van de kranten. Global warming, Antropogenic global warming (AGW), Catastrophic antropogenic global warming (CAGW) of recent Climate change. Steeds andere benaming, preciezer of dreigender, voor een onheil dat op ons afkomt. Dit was overigens na de global cooling, een periode tussen 1940 en 1970 toen de media aangaven dat een nieuwe ijstijd zou aanbreken en dat we meteen maatregelen moesten nemen om de wereld te redden.

We klampen ons vast aan doembeelden van de misantroop Malthus (1766 – 1843), die wees op de gevaren van bevolkingsgroei. De aarde heeft onvoldoende capaciteit om de massa te voeden en de toorn van God komt over ons. Na Malthus kreeg de Club van Rome (1968) met ongeveer hetzelfde verhaal voet aan de grond bij de elite, overigens is geen van hun voorspellingen uitgekomen. Later de global cooling en nu klimaatverandering. Van de terechte oproep van Greenpeace om netter met de aarde om te gaan in 1960 naar de aantasting van werelderfgoed om hun denkbeelden onder de aandacht te brengen. Inmiddels hebben we ook de ecologische voetafdruk, earth overshoot day en de dikke-truiendag. Goed bedoelde initiatieven die alle wetenschappelijke basis ontberen.

Wetenschap, pseudowetenschap

Daarbij heeft de boodschap alle kenmerken van pseudowetenschap. Uitspraken of hypotheses die de toets van de wetenschap niet doorstaan. Bijvoorbeeld omdat het bewijs niet op afzienbare tijd geleverd kan worden (in 2100 is de wereld 2 graden warmer, bewijs maar dat het niet zo is). De directe relatie tussen CO2 en temperatuur blijkt er al 15 jaar niet te zijn. In plaats van het verwerpen van de hypothese, worden allerlei alternatieve verklaringen gezocht (temperatuurmetingen waren niet goed, warmte wordt in de oceanen opgeslagen, aerosolen hebben effect). Maar met wetenschap, zoals we die sinds de Verlichting koesteren, heeft het niet veel van doen.

Wie hier kritisch over is, wordt sceptisch genoemd. Dat is oorspronkelijk de denkwijze die een hypothese toetst met wetenschappelijke methoden; een hypothese wordt niet zomaar aangenomen. Scepticus zijn zou de eretitel van de wetenschapper moeten zijn. Helaas, daarna is men gaan schelden, door mensen die niet in AGW geloven, deniers te noemen, naar analogie van mensen die de holocaust ontkennen, maar met wetenschap heeft dit niets te maken.

Duurzaamheid en het voorzorgprincipe

(Bijna) iedere politieke partij zegt iets over groen, duurzaam, ecologisch of klimaat om maar mee te kunnen huilen met de wolven in het bos. Hierbij wordt in het gunstigste geval verwezen naar de IPCC, maar in de partijkamers wordt wetenschap als iets te ingewikkelds gezien. Als de klimatologen, geologen, paleontologen, natuurkundigen en meteorologen het al niet eens zijn, wat moet een politieke partij dan doen?

Dan wordt het voorzorgprincipe uit de kast gehaald. Net zo’n misbruikt woord als duurzaamheid, maar het klinkt overtuigend. Het voorzorgprincipe stelt grofweg dat er geen ernstige of onomkeerbare schade aan de samenleving of het milieu mag ontstaan als gevolg van een maatregel of ingreep. Met die stelling zou radiologie verboden zijn, (vlieg-)verkeer, mobiele telefonie, elektriciteit. De samenleving die nu bestaat zou onmogelijk zijn. We moeten dus voorzichtig zijn met het voorzorgprincipe of -beginsel. Strikt toegepast gaan we terug naar de oertijd, voor sommigen is dit echter de ideale wereld.

Aanpak

Willen we serieus met het probleem omgaan, dan hanteren we de standaardgeschilpunten die stammen uit de tijd van Aristoteles. Is er werkelijk sprake van een probleem? Is het probleem het gevolg van het huidige beleid? Is er een oplossing die uitvoerbaar is en doeltreffend? Wegen de voordelen op tegen de nadelen? Als je deze vier vragen doorloopt, kan het CAGW-standpunt in elk onderdeel vastlopen. En toch gaan we maar door.

De Europese unie heeft voorgeschreven dat we hernieuwbare energie moeten gebruiken (Nederland 14%) om het klimaat te redden. Dit kabinet heeft zelfs 16% opgenomen. De provincies hebben zichzelf verplicht om 6000 MW windenergievermogen te plaatsen en voeren dat onverschrokken uit, ondanks overlast voor de bewoners, gebrek aan draagvlak en gebrek aan sluitende motivering. Bij dat laatste is het verdrag van Aarhus interessant: alle informatie met betrekking tot het milieu dient openbaar te zijn. Is voldoende bewezen wat het fysische nut van windmolens is voordat tot plaatsing wordt overgegaan? De Europese Commissie heeft een uitspraak van de Compliance Committee van de Verenigde Naties aan de broek in verband met hun gebrek aan onderbouwing van de richtlijn voor hernieuwbare energie. En wij gaan gewoon door?

Provinciale en lokale ruimte

Wat doen de lokale en provinciale overheid nu? Werken we in volle overtuiging aan uitvoeren van vastgesteld beleid, het BLOW akkoord en het energieakkoord? Daarbij hanteren we het eerbare uitgangspunt van afspraak is afspraak. Wij zijn een betrouwbare, consistente overheid.

Of herijken we onze doelen en overwegingen, met de kennis van nu. Zijn windmolens wel de oplossing voor een probleem? Luisteren we naar de verhalen over overlast? Over brommend geluid waardoor je uit de slaap gehouden wordt? Over stroboscopische lichteffecten? Over landschapsaantasting? Over spanning in een gemeenschap waar willekeurige grondbezitters rijk worden van windturbines en hun buren niet? Houden we rekening met een woningvrije straal van 2000 meter om een windturbine om de overlast te beperken?

Tonen we politiek leiderschap met door te gaan of juist met luisteren en opnieuw na te denken? Hoe zeker zijn we van onze zaak? Denken we zelf na of verwijzen we naar provincie, rijk, Europa, IPCC of Greenpeace?