Dat mag ik toch zeggen?

Ja. De vrijheid van meningsuiting gaat ver. Ooit bedoeld om mensen te beschermen die kritiek op de overheid hebben, vandaar dat het in de grondwet staat. Maar dat iets mag, wil niet zeggen dat het ook moet, of verstandig is.

Oorlogen worden begonnen om wat mensen zeggen. Huwelijken worden ontbonden om wat mensen zeggen. Relaties worden onmogelijk om wat mensen zeggen. De houding dat iedereen alles altijd zegt, zorgt zo voor een onleefbare samenleving.

Een samenleving is pas een echte samenleving als je rekening met elkaar houdt. Samen is meer dan ieder voor zich. Samen is je bekommeren om elkaar. Om je gezin, vrienden, buren. Maar ook om onbekenden op staat, in het openbaar vervoer of in winkels en openbare gebouwen. De manier waarop je je beweegt en wat je zegt heeft invloed op anderen en kan een reactie uitlokken.

We zien het veel op de zogenaamde sociale media. Omdat we niet zien hoe iemand reageert, is er ook geen rem op hoe we wat schrijven. En als in een reactie er een weerwoord komt, krijg je eerder een verharding dan een excuus. En dat spreidt zich langzaam uit over mails, brieven en tenslotte als we elkaar in het gezicht kijken.

Ik zie regelmatig brieven van mensen waarbij ik me afvraag of het doel is om te kwetsen of om een oplossing naderbij te brengen. Natuurlijk is er frustratie als zaken niet goed gaan, maar wat doe je dan zelf om het op te lossen?

Bij een bewonersavond over de opvang van asielzoekers zie je dezelfde sfeer. Veilig tussen het publiek claimen een paar mensen de hele avond op zo’n toon dat niemand de nuance aanbrengt. Niemand durft te zeggen dat ze welkom zijn, niemand durft zich aan te melden als vrijwilliger, niemand zegt “joh, dat kan je ook rustig zeggen”. Niemand durft zich openlijk in het openbaar uit te laten. Bang voor de ractie die we kunnen krijgen.

Sommigen vinden dat je je op de inhoud moet richten en niet op de toon. Maar de communicatie is een optelsom van de bedoeling, de manier waarop het is verwoord, de manier waarop het gezegd of geschreven wordt en de manier waarop het geadresseerd wordt, persoonlijk of openbaar. En omdat dit zo’n complex gebeuren is, laat het zich niet vatten in wetten en regels.

Je mag dus (bijna) alles zeggen, op hoge toon en vol met beledigingen. Maar je kan dan een reactie krijgen die niet vol staat van begrip. Waarbij iemand aangeeft dat als je zo communiceert, er geen inhoudelijke reactie zal volgen. Ook de ander heeft het recht om dat te zeggen en zo te handelen.